De Löwenborgs beginnen 's ochtends om half vijf met melken, starten de rotor op en drijven de eerste groep van 25 verse koeien in de wachtruimte. Daarna volgen drie groepen van 120 koeien. Een laatste groep, ook 25 koeien groot, wordt met de hand in de robotrotor gemolken. Deze koeien laten zich slecht door het automatische melksysteem aansluiten vanwege te lage of te hoge uiers. Een kleine groep van 15 zieke dieren, die onder meer behandeld zijn met antibiotica, worden op een grupstal gemolken. Een dumpleiding ontbreekt namelijk in de robotrotor.
Arbeidsbesparing
Om elf uur zijn alle koeien, met een gemiddelde productie van 29 kg melk, 4,2 procent vet en 3,6 procent eiwit, uit. En daarmee haalt de melkstal een capaciteit van 90 koeien per uur. En hoewel dat wellicht niet zo lijkt, levert het automatische melksysteem de Löwenborgs wel degelijk arbeidsbesparing op. Stefan Löwenborg. "Voorheen molken we 200 koeien met 9 mensen, nu 400 met hetzelfde aantal." DeLaval test de AMR op vier bedrijven. Twee in Zweden, twee in Australie.
Wat denk je? Is deze vinding ook iets voor Nederlandse melkveehouders?
Klik op de afbeelding om te vergroten
Stefan en Karin Löwenborg testen sinds april vorig jaar de AMR rotorrobot van DeLaval. De melkveehouders uit het Zuid-Zweedse Adensviholm, melken 415 koeien met het automatische melksysteem.
Het bedrijf van de Löwenborgs is in totaal 900 ha groot. Niet alleen grasland, overigens, want van de totale oppervlakte is 255 ha bos en 220 ha bouwland. Daarop groeit onder meer tarwe dat de veehouders aan de koeien voeren.
Voordat DeLaval de AMR robot installeerde molk Löwenborg al 11 jaar in een 24 stands binnenmelker van de Zweedse melkmachinebouwer. Al snel bleek dat de veehouders het dagelijks terugkerende werk, melken dus, wilden automatiseren. Tijdens het ombouwen van de eigen standaard draaimelkstal tot automatisch melksysteem molken de veehouders in een swingover melkstal. Die stal is weer verdwenen en heeft plaats gemaakt voor de wachtruimte.
De melkstal is voorzien van vijf robotarmen. De eerste twee reinigen de spenen van de koeien met aparte reinigingsbekers. De eeste arm reinigt de rechter spenen, de tweede arm de linker. Een karweitje dat ongeveer 30 seconden in beslag neemt. De rotor staat dus stil om daarna tien seconden te draaien. De koeien schuiven daardoor steeds een plaatsje op.
De volgende twee robotarmen sluiten de tepelbekers aan, die in een rek hangen te wachten. Arm drie de achterste twee spenen, arm vier neemt de voorste spenen voor haar rekening. Vier camera's boven de koeien, voor iedere arm een, houdt in de gaten waar de koe precies staat en geeft die coordinaten door aan aansturing van de arm. Tijdens het melken wordt de geleidbaarheid en de aanwezigheid van bloed per kwartier gemeten.
Zijn de koeien rond, na 9 tot 10 minuten, dan worden ze gesprayt. Daarvoor is een vijfde robotarm met een zogenoemde time-of-flight (TOF) camera uitgerust. Die kijkt en bepaalt tegelijkertijd waar de spenen zich bevinden.
De spray-arm zoekt iedere afzonderlijke speen op en spuit er een spraymiddel op.
Zijn de koeien van het platform af, dan wordt de vloer met water schoongespoten en veegt een schraper hem schoon. Een zesde mechanische arm brengt de reinigingskoppen bij de tepelbekers en maakt de tepelbekers van binnen en van buiten schoon. Ook een deel van de buitenkant van de melkslang wordt gereinigd.
Is een koe niet uit, of trapt ze het melkstel af, dan wordt ze via een selectiepoort weer vooraan in de wachtruimte gebracht en kan ze nog een rondje mee.
Mechaman